Heb jij een grijskaart? Een stukje karton, of een inklapbaar stukje stof dat een grijstint heeft die 18% grijs genoemd wordt? Als je dit hebt, dan is de kans groot dat je deze gebruikt voor het bepalen van een witbalans. Maar daar is de grijskaart niet voor. In dit artikel vertel ik de werkelijke reden voor het gebruik van een grijskaart.
Geschatte leestijd: 18 minuten
De grijskaart is een grijstint die vaak 18% grijs genoemd wordt. Ik heb er ook eentje, een opvouwbare kaart van Lastolite. Wanneer de witbalans kritisch was, heb ik deze kaart altijd gebruikt om een referentiepunt te hebben voor mijn nabewerking. Gewoon een foto maken waarin de grijskaart aanwezig is, om vervolgens in de nabewerking met een druk op de knop de juiste witbalans te krijgen.
Wist je dat de grijskaart daar eigenlijk niet voor bestemd is? De grijskaart is namelijk niet voor de witbalans, maar voor de belichting. Dat is de werkelijke reden voor het gebruik van een grijskaart
Wat is 18% grijs nu eigenlijk?
We hebben het altijd over 18% grijs, maar eigenlijk is dit niet goed. Het is een grijstint die exact 18% van het licht dat erop valt reflecteert.
De 18% grijs is een grijswaarde die precies tussen zwart en wit in zit. Wanneer je een balk tekent waarin een heel geleidelijk verloop van zwart naar wit te zien is, zal de grijswaarde die 18% licht reflecteert exact in het midden zijn. In feite is het dus 50% zwart.
Verwarrend? Dat valt wel mee als je naar de afbeelding kijkt. De pijl wijst de grijstint aan die als 18% wordt beschouwd. Dus, de grijstint die 18% van het licht reflecteert.
Een referentie voor de belichtingsmeter
In je camera zit een belichtingsmeter. Dit is een reflectiemeter, en dit betekent dat deze het licht meet wat door je onderwerp gereflecteerd wordt. De belichtingsmeter meet dus niet hoeveel licht er op het onderwerp valt, maar wat er vandaan komt.
Deze reflectiemeter is geijkt op 18% reflectie. De meter kijkt naar het licht dat gereflecteerd wordt van hetgeen je fotografeert, en rekent daarvan de gemiddelde waarde uit. De belichtingsmeter gaat er vanuit dat die hoeveelheid licht altijd overeen moet komen met 18% reflectie.
Dit is natuurlijk niet altijd correct. Niet alles reflecteert 18% van het licht. Sommige dingen zijn donker, wat betekent dat er minder dan 18% licht wordt gereflecteerd. Andere dingen zijn licht, wat natuurlijk een reflectie van meer dan 18% licht betekent.
Niet alleen lichte of donkere objecten reflecteren verschillende hoeveelheden licht, ook gekleurde onderwerpen kunnen een afwijkende hoeveelheid licht reflecteren. Echter, het gemiddelde van alles in je beeld zal over het algemeen redelijk overeen komen met die 18%.
Wat als het niet overeenkomt met 18%
Als de gemiddelde hoeveelheid licht die gereflecteerd wordt niet overeenkomt met 18% grijs – ik noem het voor het gemak maar even zo – dan zal de belichtingsmeter een verkeerde waarde aangeven. De belichting is dan niet goed.
We zien dit snel gebeuren wanneer er veel donkere dingen in beeld zijn, of juist veel lichte dingen. Denk aan de momenten wanneer je in de sneeuw fotografeert. Als je afgaat op wat de belichtingsmeter aangeeft, zal dat wat wit is er grijs uit zien. Het grappige is, dat bij veel donkere dingen in beeld, de zwarte delen ook grijs zullen zijn. Dan komt de werkelijke reden voor het gebruik van een grijskaart om de hoek kijken.
Een test om de werking van de belichtingsmeter te laten zien
Ik heb een test voor je gedaan, om te laten zien wat een belichtingsmeter doet wanneer je een overwegend licht, of een overwegend donker object fotografeert. Dit is natuurlijk het beste te zien als je de extremen opzoekt, en een effen zwart, en effen wit als onderwerp neemt.
Ik heb deze effen zwarte en witte vlakken gefotografeerd onder een constante, niet veranderende lichtomstandigheid. De camera is op ISO200 ingesteld, met diafragmavoorkeuze en matrix meting. Als diafragma heb ik f/11 gekozen. Met deze instellingen heb ik eerst het zwarte vlak, en daarna het witte vlak gefotografeerd.
Als je de bovenstaande foto’s bekijkt, dan zie je weinig verschil tussen een wit vlak en een zwart vlak. Ze zien er in feite hetzelfde uit. Het enige waar je aan kan zien wat zwart of wit is, is de sluitertijd. Om een zwart vlak zo licht te krijgen is een langere sluitertijd nodig dan voor een wit vlak. Klik op de foto’s voor een grotere versie.
Wat er hier te zien is, is het streven van de belichtingsmeter om alles wat er aan licht ontvangen wordt, als 18% grijs te beschouwen. Beter gezegd, het gaat er vanuit dat de hoeveelheid licht dat gereflecteerd wordt 18% is. In de meeste gevallen klopt dat redelijk, maar het gaat dus fout als er grote delen in de foto licht of donker zijn.
Wil je meer weten over het gebruik van de belichtingsmeter, en het beoordelen van de belichting op je camera?
Kijk dan in mijn tutorial over de belichting van een foto.
De oplossingen voor een correcte belichting.
Er zijn verschillende oplossingen voor dit probleem. Allereerst is er het gebruik van een losse belichtingsmeter, die het invallende licht meet in plaats van het gereflecteerde licht. Invallend licht wordt niet beïnvloed door de reflectiewaarde van het onderwerp. Alleen heeft niet iedereen de beschikking over een losse meter, of is het niet praktisch om er een te gebruiken.
Een andere oplossing is het gebruik van een 18% grijskaart, wat een eenvoudige en goedkope manier is om het invallende licht te meten. Het is het alternatief van de losse belichtingsmeter en de werkelijke reden voor het gebruik van een grijskaart.
Een 18% grijskaart reflecteert exact 18% van het licht dat erop valt. Dat betekent, dat als we een meting doen van deze grijskaart, de belichting perfect zal zijn.
Gaan we vervolgens met deze meetwaarde (in dit geval 1/6 seconde) wederom het zwarte en het witte vlak fotograferen, dan zien we dat we daadwerkelijk een zwart vlak en een wit vlak op de foto hebben gekregen.
Dit is de werkelijke reden voor het gebruik van een grijskaart
Zoals je ziet, is een 18% grijskaart bestemt om de belichting op een correcte manier te meten, waarbij je geen invloed ondervindt van de reflectiewaarde van het onderwerp. De 18% grijskaart is in feite de vervanging van een opvallend licht meter.
De 18% grijskaart is niet bestemd voor het ijken van de witbalans. Daarvoor zijn speciale ijkkaartjes te krijgen, die over het algemeen wit van kleur zijn. Vaak vindt je die op de achterkant van grijskaarten, of als een speciaal kaartje dat erbij geleverd wordt. Of je gebruikt daar de speciale expodisk voor die, zoals je zult zien, geen 18% grijs is maar wit.
Maak jij gebruik van een 18% grijskaart? Wist je dat dit eigenlijk niet voor de witbalans is, of heb je deze, net als ik, ooit voor dat doel gekocht? Vertel er over in een reactie onder dit bericht. Ik ben benieuwd naar je ervaring.
Alles samengevat in een mooi boek
Al deze informatie en meer vind je terug in mijn boek Perfect Belichten. Een prachtig boek boordevol informatie die je moet weten voor ene goed belichte foto.
-
Boek Perfect Belichten€39,99 incl. btw
Prima en duidelijke uitleg over die 18%! Alleen vind ik het begrip “correcte belichting” betrekkelijk, zeker als je in RAW fotografeert. Want wat is dan “correct”? Er bestaat mijns inziens geen correcte belichting voor een opname als geheel. Uitgangspunt is dat je je sensor niet moet overbelichten en ook niet moet onderbelichten. In één en dezelfde opname kan van beide fenomenen sprake zijn! Ook moet je letten op de ruimte binnen je analoge versterker en A/D convertor (ruisvloer & klippen). Zowel onderbelichten als overbelichten is een pijnpunt. Hoe groter het contrast in de compositie, hoe lastiger het wordt. Je moet… Lees verder »
Er bestaat wel een correcte belichting. Het is heel simpel, wat dat betreft: belicht op rechts zodat je maximaal gebruik maakt van het dynamisch bereik van de camera.
Meer dan dat is het niet.
Bedankt voor de reactie Nando, dat bedoelde ik ook eigenlijk met “Uitgangspunt is dat je je sensor niet moet overbelichten en ook niet moet onderbelichten”. Dus maak maximaal gebruik van het dynamisch bereik van je sensor. Eén stop “onderbelichten” resulteert er al in dat je nog maar de helft van het dynamisch bereik van de sensor gebruikt, dat is zonde. Maar soms kan het contrast in de compositie zo hoog zijn, dat het aan de bovenzijde (uitgebeten hoge lichten) èn aan de onderzijde mis gaat (geen doortekening). Om dan het onderwerp van de foto in voldoende mate te belichten zal… Lees verder »
Beste Willem,
Indien het contrast te hoog is voor een enkele belichting blijft er niets anders over dan een belichting stripje maken of grijs filters gebruiken.
Een lichtmeting op een kleiner deel van de foto (deelmeting of spotmeting) is geen oplossing. De sensor kan maar een enkele belichting registreren van het hele beeld tegelijkertijd.
Correct. Dat bedoelde ik ook. Met een spotmeting via de TTL meter in de camera zorg je in ieder geval dat het onderwerp goed belicht wordt met inderdaad (mogelijk ernstige) veronachtzaming van de rest van de compositie want er kan maar één keer voor alles tegelijkertijd belicht worden.
Hoi Nando, in een cursus heb ik geleerd de grijskaart in bepaalde omstandigheden te gebruiken. Helaas, na verloop van tijd vergeet ik het weer. Heel fijn om dan jou artikel te lezen met veel extra informatie waardoor het me weer duidelijk wordt. Een keer ging het echter mis.Toen ik tijdens de cursus mijn pas verworven kennis aan een vriend die fotograaf is wilde tonen mislukte het. Het was winteravond en donker in huis. Op een tafeltje stond een leeg bord met een mes en een vork erop. Vlak daarnaast een schemerlamp. Toen ik een foto maakte van het bord nadat… Lees verder »
Dank je voor je reactie, Jacinta. Het is een interessante case die je noemt. Je moet het opvallende licht meten, dat betekent dat de positie van de grijskaart belangrijk is. Is er veel lichtafval over het oppervlak van de grijskaart, dan zal je minder licht meten dan er werkelijk is. De kant van de grijskaart die ver van de lichtbron is zal donkerder zijn dan de kant die het verst van de lichtbron verwijderd is. Zeker met een lichtbron die zo dicht bij staat als dat je beschrijft. Ook de meetmethode is ook belangrijk. Meet je met spotmeting, deelmeting of… Lees verder »
Dank voor je uitleg, Nando. Ik geloof dat ik het snap. Ik ga er in het vervolg rekening meehouden. Leuke oefening.
Wist je dat de grijskaart stamt uit het begin van de landschapsfotografie waarbij losse reflectie meters werden gebruikt. Men wilde landschappen met een neutrale belichting in beeld kunnen brengen en belichtte vaak op de waarden die overeen kwamen met de lichtreflectie van gras. Gras was meestal wel te vinden in de weidse landschappen en als je je belichting op her gras afstellen had je dus altijd een neutrale belichting van je foto. Dat was het idee erachter. In de analoge zwart-wit opnames bleek bovendien dat dit gras, ongeveer de helft van het licht reflecteerde. Dit komt dus overeen met de… Lees verder »
Hallo Leo,
Dat is interessant om te weten. Dank je voor het delen van deze nuttige informatie. 🙂
Ik heb wel eens geprobeerd de witbalans in te stellen op basis van een referentieshot van een grijskaart. Een beetje dom. Het was ook niet echt een succes. De kleuren zaten er echt heel ver vanaf. Nu gebruik ik de witte achterkant van de grijskaart soms als reflector. Komt ie toch nog van pas.
Dank je voor je reactie.
Je zou eens kunnen proberen of het bepalen van de witbalans met de achterkant van de grijskaart wel voor je werkt. Die is daar juist voor bedoelt.
Dank. Tegenwoordig bepaal ik de witbalans op het oog, dat werkt voor mij doorgaans prima. En dan kan ik het finetunen in LR.
Een grijskaart is natuurlijk erg nuttig, maar niet altijd praktisch. Toni zegt het goed in zijn mail. Veel wit, overbelichten en zwart, onderbelichten. Helaas is deze uitleg voor veel fotografen moeilijk te aanvaarden, hoezo sneeuw overbelichten? Als je dan enkele opnamen laat zien dan begrijpen ze het (meestal) wel.
Je moet het inderdaad zien om goed te begrijpen. Dit artikel heeft ook voor mij een duidelijke reden gegeven waarom het gebeurt.
Ik gebruik de grijskaart eigenlijk nooit, en schat het in naar ervaring. Gelukkig kunnen we snel zien op het histogram van de camera of het goed is of niet.
Ik fotografeer nogal eens de schilderijen van mijn vrouw. Zij schildert in heldere, primaire kleuren, maar telkens kreeg ik op de foto fletse kleuren ondanks verwoede nabewerkings-pogingen. Mijn zoektocht om dit op te lossen bracht me naar een grijskaart. Foto maken hiervan maken en deze foto gebruiken om in de camera een aangepaste witbalans in te stellen en mijn probleem was metten opgelost. Ik ga toch eens aan de slag met mijn lichtmeter om de primaire kleuren ineens goed te krijgen (eigenwijs als ik ben). Verder een goed verhaal en om het eens in goed nederlands te zeggen “een eye-opener”.
Ik heb dit ook ooit gedaan, schilderijen gefotografeerd. Het was een ellende om de perfecte kleuren te krijgen, en het goede contrast. Een grijskaart kan helpen, maar ik zou toch eens kijken naar een X rite Color checker (affiliate linkje). Die zijn perfect om alle kleuren goed te krijgen.
Als ik er destijds vanaf wist, dan had ik die gebruikt.
Ga ik nu doen.
Dank voor de heldere uitleg!
Graag gedaan, Marian. Fijn dat je reageert. 🙂
Zoals steeds een zeer heldere uitleg. Ik ben bekend met de materie maar ik gebruik nooit een grijskaart. Je leert na verloop van tijd te voorzien dat je foto te donker of te licht dreigt te worden en je kan dan belichtingscompensatie toepassen. Zeker niet zo nauwkeurig als de methode met de grijskaart maar dat is op te lossen met een goede nabewerking. Ik zorg dat de witten doortekend zijn en ga dan in post de schaduwen ophelderen.
Het is inderdaad zo dat je na verloop van tijd inzicht krijgt op de belichtingscorrectie. Bovendien hebben de meeste camera’s voldoende DR om enige speelruimte te hebben. Exposure to the Right is een mooie methode om daar maximaal gebruik van te maken.
Dank je voor je reactie, Toni