Ongetwijfeld heb je van de belichtingsdriehoek gehoord. Het is een driehoek waar de drie instelmogelijkheden voor de belichting in te vinden zijn. Deze driehoek maakt gebruik van de relatie van deze instellingen. Maar wat is de zin of onzin van de belichtingsdriehoek? Kan het je helpen om je belichting goed te krijgen?
Geschatte leestijd: 10 minuten
Iedereen die de fotografie als hobby beoefent, zal ongetwijfeld over de belichtingsdriehoek gehoord hebben. Het is de driehoek waarin sluitertijd, diafragma en ISO een plekje hebben gekregen, en waarin geprobeerd wordt om de relatie tussen deze drie instellingen zichtbaar te maken.
Dit artikel is gebaseerd op de informatie over de belichtingsdriehoek in mijn boek Perfect Belichten
-
Boek Perfect Belichten€39,99 incl. btw
De belichtingsdriehoek in vormen en maten
Doe een zoektocht op internet voor de belichtingsdriehoek, en je krijgt een enorme hoeveelheid verschillende tekeningen en schema’s als resultaat terug. De een is nog mooier vorm gegeven als de andere.
Sommige driehoeken zijn als puzzelstukjes, andere zijn met prachtige plaatjes van de effecten die de verschillende instellingen teweeg brengen. Maar hoe goed je ook kijkt, het wordt nergens echt goed duidelijk welke het beste is om te gebruiken, en hoe je deze tekeningen moet gebruiken. Soms lijkt het zelfs alsof het alleen maar om een mooi plaatje gaat, dan dat het bruikbaar is. Was is dan eigenlijk de zin of onzin van de belichtingsdriehoek?
Een nadere beschouwing van de belichtingsdriehoek
Om de belichtingsdriehoek te begrijpen, moet je weten welke instellingen op de camera zorgen voor een correcte belichting. De eerste is het diafragma, die de hoeveelheid licht regelt dat door je objectief komt. De tweede is de sluitertijd, die de tijd regelt dat er licht op je sensor kan vallen. En de derde is de ISO, die overeenkomt met de gevoeligheid van de sensor. Ik wil daarbij niet op de details van ISO ingaan, en het heel simpel houden door aan te nemen dat het de gevoeligheid is.
De drie instellingen voor de belichting moeten perfect in balans zijn om een goede belichting te krijgen. De relatie kan zichtbaar gemaakt worden door deze in een driehoek te zetten. Als die instellingen bij de hoeken van de driehoek staan, vertelt dit ons helemaal niets. Het zegt alleen dat ze iets met elkaar te maken hebben.
Een andere variant is het weergeven van de instellingen op de zijden van de driehoek. Dit vertelt ons al meer, en suggereert dat het kiezen van de goede waarden leidt tot een correcte belichting. Maar het beantwoord nog steeds niet wat de zin en onzin over de belichtingsdriehoek is.
Wat laat de belichtingsdriehoek niet zien?
De laatste tekening in het voorgaande hoofdstuk vertelt in feite waar het fout gaat met de belichtingsdriehoek. Door de juiste lijnen tussen diafragma, sluitertijd en ISO te plaatsen krijg je de juiste belichting. Maar welke waarden moet je combineren voor de correcte belichting? Dat vertelt de belichtingsdriehoek niet. Het is namelijk mogelijk om elke willekeurige combinatie lijnen te trekken.
Om de correcte belichting te kunnen kiezen, is het belangrijk om te weten hoeveel licht er aanwezig is. Je hebt een belichtingsmeter nodig om daar achter te komen, en gelukkig zit die in je camera ingebouwd. Maar voor de correcte belichting zal je nog steeds twee instellingen zelf moeten kiezen. De belichtingsmeter kan dan de derde instelling daarbij aangeven.
Vaak wordt de ISO zo laag mogelijk gehouden, en wordt het diafragma gekozen aan de hand van de hoeveelheid scherptediepte die je wilt hebben. De juiste sluitertijd voor een correcte belichting zal dan door de belichtingsmeter aangegeven worden.
Als we dit vertalen naar de belichtingsdriehoek, dan kun je een lijn trekken tussen de twee instellingen die je zelf hebt gekozen, en de derde instelling die de camera heeft gekozen. Dit is de correcte combinatie tussen de drie instellingen voor dat bepaalde moment.
In het voorbeeld voor dit artikel heb ik ISO200 gekozen, samen met diafragma f/8.
De belichtingsmeter heeft 1/125 sec gemeten als de sluitertijd die de correcte belichting oplevert.
Deze waarden hou ik als basis aan in dit artikel.
Wat laat de belichtingsdriehoek wel zien?
Je kunt de correcte belichting in de belichtingsdriehoek zichtbaar maken, maar de belichtingsdriehoek kan niet gebruikt worden om een goede belichting te bepalen. Daar heb je een belichtingsmeter voor nodig.
Maar wat als je een ISO en diafragma hebt gekozen, en de sluitertijd die bij deze waarden gemeten is bevalt je niet? Misschien is de sluitertijd te lang waardoor je bewegingsonscherpte krijgt. In dat geval wil je een snellere sluitertijd. Als je zo maar een andere sluitertijd kiest, zal het resultaat een onderbelichte foto zijn.
In deze situatie moet de onderbelichting gecompenseerd worden. Dit kan door de ISO te verhogen, of het diafragma verder open te zetten. Om erachter te komen hoeveel je deze waarden aan moet passen kun je gebruik maken van de belichtingsdriehoek.
Wil je alles weten over belichting? Lees dan mijn tutorial
Terug naar de basis: alles over belichting
of lees het terug in mijn boek Perfect Belichten
Wat kan de belichtingsdriehoek nog meer laten zien?
Het veranderen van sluitertijd, ISO of diafragma heeft invloed op de belichting. Om een idee te hebben wat welke correctie voor invloed heeft, kunnen we de belichtingsdriehoek gebruiken om aan te geven wat de veranderingen zijn. Dit geeft een houvast bij het gebruik van de belichtingsdriehoek.
Verander je een waarde, dan zie je direct of de foto donkerder wordt of lichter. Wordt de foto donkerder, dan weet je dat er met een van de andere twee waarden in de richting van lichter gecompenseerd worden. En andersom, natuurlijk
Maar er is nog iets meer dat je kunt aflezen in de belichtingsdriehoek. Als je een van de instellingen gaat veranderen, dan is dat met een reden. De effecten van een verandering kunnen in de belichtingsdriehoek vermeld worden. Bij een correctie met een van de andere waarden zal direct het effect zichtbaar zijn.
De effecten waar ik het over heb zijn bekend. Diafragma heeft invloed op de scherptediepte. De sluitertijd over de beweging in je foto, en de ISO zal invloed op de kwaliteit hebben. Als we het hebben over de zin en onzin van de belichtingsdriehoek, dan heeft het vermelden van deze waarden zeker zin.
Heeft het gebruik van de belichtingsdriehoek zin, of is het onzin?
Uit dit verhaal is duidelijk geworden dat de belichtingsdriehoek totaal geen zin heeft bij het bepalen van een goede belichting. Daarvoor moet je de belichtingsmeter van je camera gebruiken. Immers, zonder informatie over de hoeveelheid licht kun je elke willekeurige combinatie tussen de drie instellingen in de driehoek tekenen.
Heb je een belichting gemeten, en ga je die in de belichtingsdriehoek intekenen, dan kan het een handig hulpmiddel zijn om te bepalen hoe je een wijziging in een van de drie instellingen moet compenseren. Daarvoor moet er wel in de driehoek vermeld worden wat de verandering voor effect heeft op de belichting.
Dit laatste geldt ook voor de effecten die een wijziging in sluitertijd, diafragma of ISO teweeg brengt. Het geeft een houvast om te bepalen welke richting je een waarde moet aanpassen om het gewenste effect te bereiken, en wat dit voor effect op de belichting heeft. Als we het hebben over de zin en onzin van de belichtingsdriehoek, dan krijgt een driehoek met deze vermelding zeker zijn nut.
Alles over de belichtingsdriehoek en meer
kun je nalezen in mijn boek Perfect Belichten.
-
Boek Perfect Belichten€39,99 incl. btw
Voor mij heeft de belichtingsdriehoek geen enkele zin. Ik heb voldoende ervaring met de instellingen om de effecten ook zonder belichtingsdriehoek te weten. Maar als je een beginnende fotograaf bent, of je hebt graag een geheugensteuntje, dan kan de belichtingsdriehoek zeker wel zin hebben. Zorg er dan wel voor dat de juiste informatie bij de driehoek vermeld is.
Tot welke groep jij behoort, dat kan je alleen zelf beantwoorden. Ik ben heel benieuwd of jij de belichtingsdriehoek gebuikt, en hoe je deze gebruikt. Deel je ervaring in een reactie onder dit bericht.
De belichtingsdriehoek gaat er vanuit dat je evenwijdige lijnen trekt met een van de zijdes van de driehoek. Bepaald niet willekeurig dus. Feitelijk is er sprake van een belichtingspiramide. Meer of minder licht gaat dan de hoogte in.
Dit is een interessante variant op de belichtingsdriehoek. Het is echter geen driehoek, maar een pyramide waarin een vierde grootheid vermeld staat: de EV-waarde.
In dat opzicht is het dus iets anders, maar zeker boeiend.
Misschien is het interessant voor je om eens naar het belichtingskwadrant van Tom Meerman te kijken.
Dank voor je reactie. Het boek van Tom Meerman Het LichtKwadrant heb ik inmiddels aangeschaft.
De naam belichtingsdriehoek suggereert mijns inziens het verkeerde want er zijn maar twee factoren (en niet drie) die bij een gegeven hoeveelheid licht de belichting van de sensor bepalen en dat is sluitertijd en diafragma. ISO heeft hier niets mee te maken, dat is een proces wat nà de belichting plaatsvindt (beeldversterking). Het is niet verstandig ISO te veel in te zetten als compensatie van te weinig licht op de sensor. Daar wordt de kwaliteit van de opname niet beter van.
De belichtingsdriehoek gaat uit van de drie grootheden die bepalend zijn voor een correcte belichting. ISO is daar een van. Als dat niet zo zou zijn, dan zou het veranderen van de ISO geen invloed hebben.
Hoewel het per definitie geen film (sensor)gevoeligheid is maar versterking van het elektrisch signaal, werkt het in de praktijk wel als dusdanig. Dat is wat telt.
Ik zou dan liever spreken van “correcte helderheid” dan van “correcte belichting”. Bij een goede camera kan je, bij vast ingestelde belichting van de sensor (dus handmatige instelling) inderdaad de ISO straffeloos verlagen van zeg 3200 naar 400 en dan ophelderen in de nabewerking. Dit heeft als grote voordeel meer dynamisch bereik. De belichting van de sensor blijft dus het zelfde. ISO speelt hierin dan geen rol.
Je spreekt in het geval van het laatste over ISO invariance. Dat betekent niets meer dan dat het oplichten van donkere delen hetzelfde ruisniveau oplevert als een evenredige ISO-waarde.
Bij mijn weten en uit ervaring kan kk zeggen dat dit ook nadelig is voor het dynamisch bereik, net als de ISO hoog zetten. Maak je gebruik van de ISO invariance mogelijkheden, dan gelicht je niet langer correct maar bewust onder.
Echter, dit alles verandert niets aan het feit dat je de belichting kan regelen met alle drie de instelmogelijkheden.
Wat ik begrepen heb is dat je bij het testen van ISO invariantie de exposure settings juiste gelijk houdt (handmatig ingestelde sluitertijd / diafragma) en verlaag je alleen de ISO. De belichting van de sensor blijft dus gelijk en het analoge signaal uit de photosites wordt minder versterkt. Met minder kans oveirgens op clipping van de A/D converter bij hoge lichten. Achteraf licht je de hele opname op, niet alleen de donkere delen. Het woord belichting heeft, vind ik, met de komst van digitale fotografie een andere betekenis gekregen. Voorheen sloeg dit ècht alleen op de hoeveelheid licht die op… Lees verder »
Prachtig artikel, veel van geleerd
Dit is inderdaad een heel heldere uitleg, Nando.
Als ik het goed begrijp moet men het ene compenseren met het andere. Als men op één zijde van de driehoek bijvoorbeeld twee stops verandert, dan moeten op een andere zijde ook twee stops gewijzigd worden, of op de twee andere zijden elk één stop. In dit geval is dan zo’n driehoek een uitstekend hulpmiddel om te zien in welke richting de correcties moeten uitgevoerd worden. Zo is het toch? Heel leuk om dit te leren!
Waarvoor dank.
Paul.
Hallo Paul,
dank je voor je reactie. Het klopt helemaal wat je zegt.
Mooi uitgelegd Nando, als ik dit in het begin van het fotograferen gezien had, was het een stuk makkelijker geweest!
Dank je voor je reactie, Yvonne