Wanneer je een camera hebt moet je een objectief hebben. Zonder een objectief, ofwel een lens, kun je geen foto maken. Een objectief projecteert de werkelijkheid als een omgekeerd beeld op de sensor (of de film als je analoog fotografeert). Afhankelijk van het objectief zal dit beeld een verkleinde weergave van die werkelijkheid zijn (groothoek objectief) of een vergroting (tele objectief). In dit artikel vertel ik alles over het gebruik van brandpuntafstand.
Geschatte leestijd: 27 minuten
Om het objectief zo goed mogelijk te laten werken bestaat het uit verschillende lenzen die ervoor zorgen dat de projectie op de sensor zo foutloos mogelijk zal zijn. Dit is niet makkelijk want de hedendaagse sensoren hebben zo’n grote resolutie dat fouten in die projectie al snel zichtbaar zijn. Fabrikanten proberen de kwaliteit continu te verbeteren om het beeld zo perfect mogelijk te krijgen. Dat is dan ook een belangrijke reden dat de moderne objectieven zo groot, zwaar, complex en vooral duur zijn.
Hoe de opbouw en werking van een objectief precies is, is voor de fotograaf niet belangrijk. Het is veel belangrijker om te weten wat een bepaalde brandpuntsafstand voor effect heeft op de foto. Dat effect gaat namelijk verder dan alleen iets dichterbij halen of een breed beeld hebben.
Heel vaak lees ik dat fotografen een heel bereik hebben wat betreft brandpuntsafstanden. Er worden objectieven gekocht om elke beschikbare millimeter te hebben. De vraag wat een fotograaf nodig heeft ga ik in dit artikel niet beantwoorden. Ik wil wel laten zien wat je kunt bereiken met een bewuste keuze in brandpuntsafstand. Dan wordt hopelijk ook duidelijk dat je niet elke millimeter in bezit hoeft te hebben.
Wat zijn brandpunten
Wie heeft er wel eens met een vergrootglas en zonlicht gespeeld? Door het zonlicht door een vergrootglas te laten schijnen is het eenvoudig om een stukje (kranten)papier in brand te steken. We houden het vergrootglas op precies de goede afstand waarbij het zonlicht gebundeld wordt tot een klein, fel puntje licht: het brandpunt.
De afstand van het vergrootglas tot dat kleine puntje licht is de brandpuntsafstand van de lens die in het vergrootglas zit. Als we het vergrootglas vervolgens verderaf houden, zodat het brandpunt niet op het papier ligt maar erboven, zal het felle puntje groter worden tot we uiteindelijk zien dat het een projectie van de zon zelf is geworden, in spiegelbeeld.
Met een objectief werkt het precies hetzelfde. Het beeld wordt omgekeerd op de sensor geprojecteerd. De tekening hieronder laat dit duidelijk zien. De punten F1 en F2 zijn de brandpunten. De afstand van de lens tot dat punt wordt de brandpuntsafstand genoemd.
De grootte van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van de brandpuntsafstand. Bij groothoek zal dit beeld verkleind zijn en bij teleobjectief vergroot. Ergens is een moment dat de afbeelding in grootte en verhouding overeenkomt met de werkelijkheid. Voor full-frame sensoren (of kleinbeeld film) is dat een brandpuntsafstand van ongeveer 50mm. Dat is mede de reden waarom dit een standaard objectief genoemd wordt.
Bedenk dat een modern objectief uit vele lenzen en lenscombinaties bestaat. Het is werkt dus iets ingewikkelder dan een enkel vergrootglas. Maar het principe blijft nog steeds gelijk.
Objectieven in drie smaken
Brandpuntsafstanden in de fotografiewereld variëren veelal van ± 8mm tot 1200mm (en verder). Dit is veelal voor camera’s die een sensor hebben die groter is dan M43 formaat. Dit is natuurlijk een enorm bereik, dat voor het gemak in drie verschillende soorten brandpuntgroepen verdeeld kan worden. Er zijn de standaard objectieven, de groothoekobjectieven en de teleobjectieven.
Uiteraard ga ik met dit alles uit van het gebruik op een camera met een full frame sensor. Heb je een cropsensor, dan moet je de brandpuntafstand corrigeren met de cropfactor. Wil je alles weten over de cropfactor, dan adviseer ik je om mijn artikel over de cropfactor te lezen.
Standaard objectieven
Dit zijn de objectieven die rond de 50mm brandpuntsafstand zitten. Het beeld dat deze objectieven projecteren komt grotendeels overeen met de werkelijkheid. Ofwel, de grootte van de dingen in beeld, en de onderlinge verhouding, is wat we ook met ons oog waarnemen.
Hoewel alleen de 50mm brandpunt op een full frame overeenkomt met de werkelijkheid, wordt vaak een bereik van 35mm tot en met 60mm (en soms 70mm) als standaard objectief beschouwd. Alles wat daarboven of daaronder valt zit in een van de andere soorten.
Groothoek objectieven
Deze soort objectieven hebben een bredere kijkhoek dan de standaard objectieven. Hierdoor kan er meer op de foto. Dit heeft wel als consequentie dat wat er allemaal op de foto komt kleiner afgebeeld zal zijn. Anders past het niet binnen de randen van de foto. Een groothoek verkleint het beeld dus. Op het moment dat de kijkhoek extreem breed wordt kunnen we spreken van een ultra groothoek.
In het bovenstaande vergelijk zie je tot hoever een groothoekobjectief kan gaan. Het rode kader laat de beeldhoek zien van het 50mm objectief. De 17mm brandpunt kan als een ultragroothoek beschouwd worden. Details die in de foto met 50mm te zien zijn raken verloren doordat het in de groothoekfoto zo klein weergegeven wordt. Als we nog ‘breder’ dan ultra groothoek gaan komen we in het gebied van de fisheye objectieven.
Tele objectieven
Deze derde soort objectieven doet net het tegenovergestelde van een groothoek. De kijkhoek wordt smaller dan bij een standaard objectief. Het gevolg van die kleine beeldhoek is een vergroting van het beeld. We halen het onderwerp dichterbij. Bij extreme tele objectieven spreken we van super tele.
In het bovenstaande voorbeeld heb ik een extreem lang brandpunt genomen om te laten zien wat het verschil is met een standaard brandpuntsafstand van 50mm. We zien details die eerder niet zichtbaar waren. De beeldhoek van de 1200mm is zo klein dat alleen het rode vierkantje in de 50mm foto vastgelegd wordt.
Om een tele objectief te simuleren kunnen we natuurlijk ook een deel uit de foto knippen. We krijgen dan een beeld dat overeenkomt met een langer brandpunt. Dit wordt croppen genoemd en heeft als consequentie dat je resolutie lager wordt. Dit croppen kan je natuurlijk ook over laten aan een camera met cropsensor. Die camera heeft een kleinere sensor waardoor er ook een kleiner deel van het beeld wordt vastgelegd, maar dan zonder inlevering van resolutie.
Beeldhoek
Ik heb het nu al een paar keer genoemd: de beeldhoek van een objectief. Deze beeldhoek wordt kleiner naarmate de brandpuntafstand groter wordt. Een fisheye kan de grootste beeldhoek hebben die voor een camera gangbaar is: 180°. dat betekent dat alles van links naar rechts op de foto zal komen. Hoe langer het brandpunt wordt, hoe kleiner de beeldhoek zal zijn. Dat is vrij logisch, maar het wordt duidelijker als we dat in een plaatje zien.
Ongeacht de beeldhoek, of die nu groter of kleiner is dan bij een standaard objectief, zal het geprojecteerde beeld toch de hele sensor bedekken. Het is dus niet zo dat bij een kleinere beeldhoek maar een deel van de sensor belicht zou worden. Door de brandpuntafstand zal het geprojecteerde beeld precies groot genoeg zijn voor de sensor.
In feite is wordt als beeldhoek vaak de diagonaal genomen, en niet van links naar rechts. Erg belangrijk is dit onderscheidt in de praktijk niet.
Het praktisch gebruik van brandpuntafstand
Nu komen we bij de kern van de zaak. Hoe gebruiken we de brandpuntsafstanden in de praktijk? Het meest eenvoudige en traditionele gebruik is het ‘dichterbij halen’ of ‘breder gaan.’ Maar behalve dat is het ook mogelijk om gebruik te maken van de effecten die een kleinere of grotere beeldhoek heeft. En juist deze laatste manier van gebruik is de meest interessante.
Manier 1: Dichterbij halen of breder gaan
Dit is het traditioneel gebruik van brandpuntafstand. Het stelt je in staat om dingen dichterbij te halen, of om meer in beeld te krijgen. Om dit te laten zien heb ik een plekje op de heide uitgekozen, waar ik het landschap met verschillende brandpunten heb gefotografeerd.
Hoe langer het brandpunt wordt hoe kleiner de beeldhoek is. Daardoor komt er weliswaar minder van het landschap in beeld, maar wat er in beeld is zal groter afgebeeld worden. Bij een korter brandpunt wordt de beeldhoek groter en komt er meer van het landschap in beeld. Het zal echter klein in beeld verschijnen, want anders past het niet binnen het kader van de foto. Het fisheye objectief laat het meest zien, tot maar liefst 180° diagonaal in dit geval. Wil ik nog meer op de foto krijgen, dan zal ik een panorama moeten maken.
Dit gebruik van brandpuntafstand in de praktijk
Iedereen die met fotografie bezig is zal dit gebruik van brandpuntsafstand kennen. Op het moment dat een fotograaf niet in de gelegenheid is om dichter bij het onderwerp te komen zal een langer brandpuntsafstand de mogelijkheid bieden om dat onderwerp toch groter op de foto te krijgen.
Tele objectieven en super tele objectieven zijn dan ook heel gewild voor dierenfotografie, vogelfotografie en sportfotografie. Daarentegen zal een interieurfotograaf erg veel profijt hebben van groothoek of ultragroothoek. Daarmee is het mogelijk om de vaak relatief kleiner ruimtes in beeld te krijgen.
De keuze van het brandpunt is dus ingegeven door de beperkingen die deze fotografen hebben. In het eerste geval (vogelfotografie/sportfotografie) kan de fotograaf niet dichterbij komen en in het tweede geval (interieur) kan de fotograaf niet achteruit.
Manier 2: Achtergrond manipuleren
Heb je geen of minder beperking met betrekking tot hun afstand tot het onderwerp, dan heb je een hele interessante manier voor het gebruik van brandpuntafstand. Het niet langer noodzakelijk om het brandpunt te kiezen omdat we het onderwerp dichterbij halen of om breder te gaan. Je kan in dat geval ook gebruik maken van de beeldhoek om de grootte van achtergrond te manipuleren.
Om dat te laten zien heb ik een bankje met verschillende brandpunten gefotografeerd. Daarbij heb de afstand tot het bankje continu aangepast, om het even groot in beeld te houden. Met andere woorden, bij groothoek stond ik dichtbij, en naarmate de brandpuntafstand groter werd, ben ik verderaf gaan staan.
Door dit ‘zoomen met de voeten’ – zoals dat zo populair genoemd wordt – heb ik het onderwerp met elke brandpuntsafstand vrijwel even groot op de foto gekregen. Daarbij zijn er twee dingen die veranderen: het perspectief van het bankje, en de grootte van de achtergrond. Je kunt nog een derde verschil herkennen, en dat is de onscherpte van die achtergrond: de scherptediepte.
In dit geval gebruiken we de verschillende brandpunten niet meer om het onderwerp dichterbij te halen. We gebruiken de brandpunten om het onderwerp heel verschillend in het landschap te laten zien. Daarin zijn vier verschillende veranderingen te onderscheiden.
1. Comprimerend effect van het tele objectief.
De werkelijke afstand tussen onderwerp en achtergrond verandert natuurlijk niet. Maar door een bewuste keuze van brandpunt is het mogelijk om de indruk te wekken dat de achtergrond heel ver weg is, of heel dichtbij. Hoe langer het brandpunt wordt, hoe kleiner die afstand tussen onderwerp en achtergrond lijkt te worden.
Dit is het comprimerende effect van een tele objectief. Dit kan extreme vormen aannemen zoals in de onderstaande foto te zien is: de haven op de horizon ligt ruim 10 kilometer afstand en het duin met de persoon op niet meer dan een paar honderd meter. Als ik dichterbij had gestaan, en de persoon met groothoek had gefotografeerd, was de achtergrond onherkenbaar klein in beeld geweest.
In landschappen kan het uiteen rekken van afstanden ervoor zorgen dat een landschap leeg lijkt. Er komt namelijk nadruk te liggen op de ruimte die tussen die verschillende elementen in het landschap liggen. Het risico bestaat dat een landschap daardoor leeg lijkt te zijn. Het is de reden waarom groothoek zo moeilijk is voor dit soort fotografie.
2. Grootte van het onderwerp ten opzichte van de achtergrond
Door de afstand tot het onderwerp te veranderen als je het brandpunt verandert, is het mogelijk om het onderwerp even groot in beeld te houden. Het voorbeeld van de foto’s van het bankje maakt dat duidelijk. Ik heb hiervan nog een voorbeeld, waarbij ik een paaltje met drie verschillende brandpunten heb gefotografeerd. Ik heb ervoor gezorgd dat het paaltje in alle drie de gevallen even groot in beeld is gekomen. Het effect van het brandpunt is dan met name zichtbaar in de achtergrond.
Door het uiteen rekken van de afstand tussen het paaltje en de achtergrond zal die achtergrond heel klein in beeld zijn. Met een tele objectief gebeurd juist het tegenovergestelde. De achtergrond komt heel groot in beeld doordat de afstand gecomprimeerd wordt.
De opname met 50mm brandpunt is hoe we het ervaren met het blote oog. Dat is dus in feite de werkelijkheid. Hoe dit effect ontstaan wordt duidelijk als we naar de beeldhoek van de brandpunten kijken, wat ik in de volgende schematische afbeelding heb geïllustreerd.
Door het bewust kiezen van een brandpuntafstand wordt het hierdoor mogelijk om te bepalen hoeveel van de achtergrond in de foto te zien is. Je kunt ervoor kiezen je onderwerp met de complete omgeving in de foto te tonen (groothoek), of het onderwerp juist uit de omgeving te isoleren (tele).
3. Onscherpte van de achtergrond
Normaal gesproken zal het gekozen diafragma bepalend zijn voor de scherptediepte in de foto. Maar zoals ik in mijn artikel over scherptediepte uitgebreid heb laten zien speelt afstand tot het onderwerp en brandpuntsafstand een belangrijke rol daarin.
In dit geval is het de bedoeling om het onderwerp ongeacht de brandpuntsafstand even groot op de beeld te krijgen. Zoals in punt 2 duidelijk is geworden, is dit mogelijk om de afstand te vergroten als het brandpunt langer wordt. Dit vergroten van de afstand en het verlengen van het brandpunt heeft een groot effect op de scherptediepte.
In principe verandert de scherptediepte niet bij het verlengen van het brandpunt, zo lang het diafragma hetzelfde blijft. Maar omdat de achtergrond bij een tele objectief in deze situatie vergroot wordt, wordt ook de onscherpte van die achtergrond vergroot. Daardoor lijkt die achtergrond onscherper te zijn.
Wil je alles weten over scherptediepte?
Lees dan mijn artikel Scherptediepte in de praktijk.
Hoe het in werkelijk ook is, het gaat erom wat we bij het bekijken van de foto ervaren. We kunnen dankbaar gebruik maken van het vergroten van de onscherpte bij gebruik van een tele objectief zoals in de volgende foto goed zichtbaar is.
4. Perspectief vervorming
Het laatste effect waar je rekening mee moet houden bij het gebruik van brandpuntafstand is de vervorming van het onderwerp. Vooral bij (extreme) groothoek is dat effect heel erg sterk aanwezig. Dit komt omdat we extreem dicht op het onderwerp moeten staan om het beeldvullend op de foto te krijgen. Alle brandpunten tot 35mm hebben hier in meer of mindere mate last van. Met name bij portretten kan die perspectief vervorming storend zijn of worden.
Hoe langer het brandpunt wordt, hoe minder perspectief vervorming er zal optreden. Rond de 50 tot 70mm brandpunt is die vervorming zo klein geworden dat deze niet meer te zien is. Dit is onder andere de reden waarom portret fotografen zo graag met brandpunten tussen de 70mm en 200mm werken. Bij langere brandpunten is het voor portret fotografie weer minder leuk omdat de afstand tot je onderwerp tè groot wordt om praktisch te zijn.
Dit betekent niet dat de vervorming van groothoek altijd slecht uit zal pakken. Er kan ook bewust gebruik gemaakt worden van dit effect, net zoals in de concertfoto die ik als voorbeeld heb gebruikt. Voor deze foto is een fisheye objectief gekozen, juist om dit effect te krijgen.
Eerste voorbeeld uit de praktijk
Een fotograaf kan aan de hand van de vier bovengenoemde punten een bepaalde uitstraling aan de foto meegeven door heel bewust voor een bepaald brandpunt te kiezen. Mits het binnen de mogelijkheden valt, natuurlijk. Het gebruik van brandpunten voor bepaalde doeleinden is dan ook niet aan regels gebonden. Kijk maar eens naar de volgende foto waarbij een vos zowel met een groothoek als met een tele objectief gefotografeerd is. De vos is nagenoeg even groot in beeld, maar de grootte van de elementen in de achtergrond geven een heel andere uitstraling aan de foto.
Natuurlijk moet je onderwerp het toelaten om dichterbij of verderaf te gaan staan, iets wat met wilde dieren vaak niet of erg moeilijk is. Heb je die mogelijkheid wel, dan is de keuze van het brandpunt helemaal bepalend voor hoe de foto eruit gaat zien.
Tweede voorbeeld uit de praktijk
Het volgende voorbeeld is een landschap met een boom in de ondergaande zon. Door gebruik te maken van een langer brandpunt in combinatie met een grotere afstand tot de boom heeft de foto een heel andere uitstraling gekregen. Er is minder blauwe lucht, de wolken zijn groter in beeld, en zo is er meer nadruk op de kleuren van de zonsondergang. Het is niet nodig om tot extremen te gaan. Het verschil tussen een fisheye en een standaard brandpuntsafstand kan al voldoende zijn.
Het is niet zo dat de ene foto met een verkeerd brandpunt gefotografeerd is en de andere met het juiste. Wat je kiest is volledig afhankelijk van wat je wilt laten zien.
Derde voorbeeld uit de praktijk
De relatie tussen de grootte van de achtergrond en het onderwerp wordt temeer duidelijk in de volgende twee foto’s uit een trouwreportage. De rozen zijn gefotografeerd met het bruidspaar op de achtergrond. De keuze van het brandpunt in combinatie met de afstand die ik tot de rozen heb, bepalen hoe groot het bruidspaar ten opzichte van de rozen in beeld is gekomen. De rozen zijn in beide foto’s even groot in beeld.
Een bijkomend voordeel van het gebruik van langere brandpunten is de mogelijkheid om ongewenste elementen op de achtergrond buiten beeld te houden. De witte lucht in de foto met groothoek is opvallend aanwezig en stoort in de compositie. Het langere brandpunt wordt de beeldhoek kleiner waardoor de lucht niet langer in de compositie aanwezig is.
Vierde voorbeeld uit de praktijk
Een extra lang brandpunt maakt het mogelijk om je onderwerp bijna volledig uit de omgeving te isoleren. Voorwaarde is dat je voldoende afstand tot het onderwerp kunt nemen. De volgende foto van een stronk met varen maakt dat duidelijk.
Door gebruik van de groothoek is het hele bos in de achtergrond aanwezig. Het onderwerp valt daarbij letterlijk weg. Door gebruik te maken van een tele objectief wordt maar een klein deel van de achtergrond gebruikt. Zodoende krijgt het onderwerp alle aandacht. Toch blijft de sfeer van het bos aanwezig, mede door het comprimerende effect waardoor het allemaal dichter bij elkaar komt.
In dit voorbeeld heb ik ook gebruik gemaakt van de kleine scherptediepte. Het stelt me in staat om de aandacht op het juiste onderwerp te richten, zonder dat het bos onherkenbaar is. Het geeft zelfs een soort 3D effect.
Cropfactor
Dat het bewust gebruik van brandpuntafstand invloed heeft op de uitstraling van de foto is duidelijk. Ik ben daarbij in elk voorbeeld uitgegaan van een full frame sensor. Hoe zit het dan met het gebruik van een cropsensor? Is dit anders, of toch niet? Om dat duidelijk te maken moeten we eerst nog even kijken naar wat een cropsensor precies betekent voor de foto.
De brandpuntsafstand is een fysiek gegeven van een objectief; daar verandert een cropsensor niets aan. Een cropsensor legt alleen maar een kleiner stukje van het beeld vast van wat een full frame zou doen, gewoon omdat die sensor kleiner is. Hierdoor lijkt het dat er met een langer brandpunt is gefotografeerd. Het is alsof je een stuk rondom de foto afgesneden hebt. Het is precies hetzelfde als het beeld van een full frame sensor achteraf croppen.
Alles over cropsensoren, de cropfactor, en wat het betekent voor je fotografie
kun je lezen in mijn artikel De cropfactor
Het gebruik van een cropsensor heeft natuurlijk effect op de keuze van het brandpunt. Immers, 16mm groothoek op een full frame levert dezelfde beeldhoek op als een 10mm groothoek op een 1,6x cropsensor. Een 300mm objectief op een 1,5x cropsensor levert dezelfde beeldhoek op als een 450mm op een full frame sensor.
In de praktijk zal de fotograaf met een camera die een cropsensor heeft dus gewoon gebruik maken van de brandpunten die hij of zij ter beschikking heeft. Zo lang je niet gaat vergelijken met wat je objectief op een camera doet met een andere maat sensor, werkt het gebruik en de keuze van brandpuntafstand precies hetzelfde.
Kiezen van de brandpuntafstand
Uiteindelijk komt het erop neer dat de fotograaf een geschikt brandpunt voor zijn foto moet kiezen. Die keuze wordt in in eerste instantie bepaald door het objectief of de objectieven die de fotograaf op dat moment ter beschikking heeft. Dat kan een of meerdere objectieven met een vast brandpunt zijn, of een zoom-objectief wat een heel bereik aan brandpuntafstanden heeft.
Groothoek, standaard of tele
Het kiezen voor het juiste brandpunt kan in principe heel simpel benaderd worden. Je kiest één van de drie soorten: groothoek, standaard of tele. Welke gekozen moet worden is afhankelijk van de wensen die je als fotograaf hebt, maar ook door de beperkingen die er zijn. Is er bijvoorbeeld ruimte om naar voor of naar achteren te bewegen of niet, of hoe ver bevindt de achtergrond zich van de voorgrond?
Heb je als fotograaf geen enkele beperking om de afstand tot je onderwerp te veranderen, dan ben je vrij in de keuze van je brandpunt. Je kan dan bewust te kiezen aan de hand van de vier beschreven effecten die de brandpuntsafstand op de uitstraling van de foto heeft.
Vaste brandpunt objectieven en zoom objectieven
Heel simpel gezegd zijn er twee type objectieven op de markt: vaste brandpunt objectieven, ook wel primes genoemd, en zoom objectieven. Over het algemeen zullen de zoom objectieven het meest gebruikt worden, simpelweg omdat met een dergelijk objectief er een hele reeks brandpunten ter beschikking staan.
Zoom objectieven
Zoom objectieven zijn er in soorten en maten, van een gewoon zoombereik zoals een 24-70mm, tot extreme zoom zoals een 18-300mm. Deze objectieven maken het heel eenvoudig om met een handomdraai het onderwerp dichterbij te halen. Het gevaar schuilt dat daardoor een brandpunt alleen op die manier gebruikt wordt: om dingen dichterbij te halen. Er wordt vaak vergeten dat de brandpuntsafstand ook op die andere manier ingezet kan worden.
Primes
Vaak wordt beweerd dat bij fotograferen met primes – een vast brandpunt – de fotograaf bewuster te werk gaat; er is op dat moment immers maar één enkel brandpunt ter beschikking. En ja, dit is waar – deels. Ook met primes heb je groothoek, standaard en tele objectieven. Maar in vergelijk met een zoom objectief kun je maar een van de drie tegelijkertijd op de camera hebben. De keuze welke dat zal zijn wordt in veel gevallen heel erg bewust gemaakt, met in gedachten de gewenste manier hoe de achtergrond in de foto zal verschijnen. Even snel in- en uitzoomen is niet mogelijk.
Maar dit bewust kiezen kan natuurlijk ook met een zoom objectief. Echter, met een zoom objectief blijft het heel erg verleidelijk om de grootte het onderwerp in de foto te bepalen door te zoomen in plaats van de afstand te wijzigen waardoor er minder gelet wordt op hoe de achtergrond in de foto verschijnt. In dit opzicht zal de fotograaf met een zoomobjectief net zo bewust, zo niet bewuster, om moeten gaan met de keuze voor brandpuntsafstand.
Tot slot
Voor veel fotografen is het een sport geworden om alle brandpunten tussen ultra-groothoek en supertele in bezit te hebben, al dan niet in de vorm van twee, drie of meer zoom objectieven. Het idee is vaak dat daarmee in alle situaties is voorzien en dat er geen ‘gat valt’ in dat enorme brandpunt bereik van 11mm tot 800mm of meer. Ik krijg daar ook altijd het gevoel bij dat die fotograaf zich dan misschien niet meer (of heel erg weinig) beweegt en de grootte van zijn onderwerp alleen bepaald door in- of uit te zoomen.
Toch is het niet nodig om al die brandpunten ook in bezit te hebben, laat staan dat een stukje brandpuntsafstand missen funest is. Het idee achter dit artikel is dan ook dat de fotograaf zijn brandpuntsafstand bewuster gaat gebruiken om zodoende de relatie tussen het onderwerp en de omgeving naar eigen inzicht en wens in beeld te brengen, dan om iets alleen maar dichterbij te halen. Ik denk en hoop dat ik daarvoor genoeg voorbeelden in dit artikel heb laten zien.
Ter info, de verschillende brandpunten zijn behaald met de volgende combinaties:
Een full frame camera met
– 15mm fisheye
– 24-70mm
– 100-400mm
– 100-400mm + 2x teleconverter
Een 1,6x cropcamera met 100-400mm + 2x teleconverer voor de foto overeenkomstig met ±1200mm
Ik fotografeer pas, heb met veel belangstelling het verhaal gelezen.Heb alleen een vraag; ik heb een Sony a6000 en wil eigenlijk een lens gebruiken voor op
vakantie, is een Fe 24-240 of een e 18-200 een juiste lens voor mij ??
Hallo Tonneke,
Beide objectieven zijn vergelijkbaar wat brandpuntafstand. De 24-240 is iets minder groothoek en iets meer tele. Wat is belangrijk voor je? Dat je meer groothoek hebt, of iets meer tele?
Als groothoek belangrijker is, dan zou je de 18-200 kunnen kiezen. Is tele belangrijker, dan zou ik de 24-240 kiezen.
Wat het kwaliteitsverschil tussen de twee objectieven is, dat weet ik niet.
mvg
Nando
Na heel wat jaren weer eens mij verdiepen in mijn camera. In 1972 een cursus fotograferen en afdrukken gedaan, natuurlijk met een rolletje. Hiermee kon ik lezen en schijven. Simpele toestellen maar wel prettig. Ook nu een gewoon toestel Fujifilm HS30ERX. Maar het gevoel blijft op sommige momenten vindt ik persoonlijk moeilijker. De vaste in stelling van ISO 100 blijft toch mijn uitgangspunt. Diafragma en sluitertijd zijn daaraan ondergeschikt. Maar door jouw site iets meer vertrouwen in mijn toestel gekregen.
Hallo Jan,
fijn dat ik heb kunnen helpen om dat vertrouwen terug te winnen.
Veel plezier met je fotografie. Dat is belangrijk, dat je er plezier aan beleeft.
wat een heldere uitleg, dank je wel!
graag gedaan 🙂
Wat een genoegen om zo’n heldere uitleg te lezen! Eens kijken wat ik op jouw site ga vinden over belichting, sluitertijd, diafragma. Ik word er helemaal enthousiast van, en het geeft me veel inzicht over de (on)zin van een nieuwe aanschaf. Dankjewel!
Ook eens oriënteren op workshops die je geeft 😉
Dank je wel, Loes.
Er is veel te vinden over alle dingen die je opnoemt. Ik hoop dat het je kan helpen met je fotografie en het begrip daarvan.
Je bent natuurlijk welkom om deel te nemen aan een van de workshops, of zelfs de masterclass.
Erg leerzaam dit verhaal. Ik heb echter één vraag. Ik heb enkele Lumix M43 camera’s maar ook een canon en 2 Konica Minolta camera’s. Ik kan de lenzen van de Canon en KM dmv een adapter op de Lumix gebruiken. Veranderd dat ook de brandpuntsafstand? Volgens een collega van mij niet maar ik denk dat het wel zo is. De lens komt namelijk verder van de sensor af te staan. Alvast bedankt voor je reactie.
De brandpuntsafstand is iets wat bij een lens vast staat. Een 50mm brandpunt blijft altijd 50mm, ongeacht op welke camera je die (met of zonder adapter) gebruikt. Dat geldt ook voor een zoom objectief van 70-200mm blijft altijd 70-200mm. Maar… Als de sensor van je camera kleiner is dan een full frame sensor (dat was 35mm kleinbeeld in de analoge wereld), dan zul je een andere beeldhoek krijgen. Een M43 heeft voor zover ik weet een cropfactor van 2, wat betekent dat een 50mm brandpunt een beeldhoek op je M43 heeft die overeenkomt met 100mm op een full frame. Voor… Lees verder »
Is het feitelijk niet zo dat niet ‘je OBJECTIEF zich gedraagt als…’ maar dat ‘je SENSOR zich gedraagt als….’ ? >> Je sensor bepaalt toch dat er gewoon een stuk van je foto afgesneden is (ten op opzichte van een projectie op een fullframe sensor).
Ik begrijp je verwarring.
Een cropsensor legt een kleiner deel van de beeldcirkel vast, vergeleken met een fullframe. Dat deel dat vastgelegd wordt is gelijk aan de brandpunt van het objectief maal de cropfactor. Dat betekent dat het lijkt alsof je een langer brandpunt hebt. Dus het objectief gedraagt zich op een camera met een cropsensor als een langer brandpunt.
Ik hoop dat het nu duidelijker is.
Super heldere uitleg. Ik zat te twijfelen of ik voor mijn reis naar Zuid-Afrika nog een 300mm objectief zou kopen (ik heb een objectief met 200mm), maar ben door jouw artikel eruit. Ik denk dat mijn huidige objectief voldoende is. Scheelt mij weer een aankoop 🙂
Hallo Nicole, Dank je voor je bericht. Is je bedoeling om de dieren in Afrika close-up op de foto te gaan zetten, of is dit niet specifiek je doel? Zelf zou ik dan toch kiezen voor een brandpunt bereik tot 300mm of 400mm. Je hoeft het niet te gebruiken, maar het zou jammer zijn als je erachter komt dat je wat meer had kunnen gebruiken. Dit zijn immers geen reizen die je elk jaar maakt, lijkt me. Van de andere kant, als je voldoende resolutie hebt (16+ megapixels) kun je natuurlijk altijd croppen/uitsnedes maken. In plaats van kopen zou je… Lees verder »
Heel fijn en duidelijk uitgelegd, ik mis echter iets over detailverlies op grotere afstanden. Welke brandpuntafstand geeft fijne details het beste weer bij gelijke afbeeldingsmaatstaf? Zo tob ik al heel lang met het verschil tussen wat zichtbaar is op het matglas en wat er later zichtbaar is op de monitor. Gebruikte objectieven: Leica Macro Elmar1: 4 100mm; Zeis Luminar 25mm; Nikon Micro 55 en 105mm. Gebruikte camera’s: D300s; D700; Nikon Df. Alle mogelijke voorzorgen genomen om trillingsonscherpte te voorkomen, op diafilm, bijv. Agfachrome 50s had ik hier nooit last van. Weet u hier een verklaring voor of hopelijk een oplossing?… Lees verder »
Hallo Harrie, Dank je voor je reactie. het is niet geheel duidelijk wat je bedoelt, maar ik zal proberen een antwoord te geven. Gelijke afbeeldingsmaatstaf met verschillende brandpunten betekent dat je onderwerp ongeacht het brandpunt even groot in beeld is. Een langer brandpunt betekent verder weg gaan staan. Ondanks dat zal het onderwerp dezelfde grootte op de foto weergegeven worden. De hoeveelheid details zal dan ook gelijk zijn, en alleen en uitsluitend afhankelijk van de resolutie van je beeldsensor, in combinatie met het oplossend vermogen van je objectief. Met andere woorden; het maakt niet uit of je met een langer… Lees verder »
[…] Gebruik van brandpuntafstand […]
Als beginnend fotograaf ben ik informatie aan het opzuigen. Met veel belangstelling lees ik nu de informatie op je site! Hartelijk dank voor het delen.
Graag gedaan. Succes met je fotografie !
Als nieuwe bezitter van een spiegelreflex heb ik de laatste tijd veel gelezen. gelezen,
Maar de uitleg in het item basistechniek overtreft alles.
Gewoon heel duidelijk, top
Dank je wel Ronald.
Lezen is goed en leerzaam, maar vooral veel, heel veel oefenen en doen. Succes met je fotografie.