Wanneer er gedacht wordt aan een landschap fotograferen zijn er twee dingen die bij velen als vanzelfsprekend gezien worden. Zoveel mogelijk op de foto zetten en een maximale scherptediepte om zoveel mogelijk scherp te hebben. Ik ga nu niet in op het gebruik van brandpunten maar op het effect van voorgrond en scherptediepte.
Geschatte leestijd: 4 minuten
Hoe kleiner de diafragma opening, hoe meer er in de diepte scherp is. Dat moet elke fotograaf weten. Stel ik heb een 1,6 crop camera met een 17mm objectief en ik stel mijn objectief scherp op de bomen aan de horizon die ongeveer 100 meter verder staan. Bij diafragma f/4 zal ik een scherptediepte hebben van 2,66 meter tot oneindig.
Wanneer ik diafragma f/22 kies zal in dezelfde situatie 0,67 meter tot oneindig scherp zijn. Kortom, alles zal scherp zijn. Er zijn handige programma’s die dit perfect kunnen uitrekenen (www.dofmaster.com)
Lees meer over hyperfocale afstand in mijn blogbericht
Hyperfocale afstand gebruiken
Op de Strabrechtse Heide
Laten we kijken naar een landschap op de Strabrechtse Heide met mooie waterpartijen die de wolken weerkaatsen. Ik heb diafragma f/8 gebruikt om een mooie scherptediepte te krijgen. Er is ergens halverwege de foto scherp gesteld, een meter of 30 afstand. Dat levert een scherptediepte op van 1,16 meter tot oneindig.
Het is een ‘vlakke’ foto omdat alles veraf is. Als kijker staan we als het ware buiten het landschap. We kijken naar de foto alsof we door een raam kijken.
Op een andere manier fotograferen
We kunnen de foto een stuk interessanter maken door elementen in de voorgrond mee te nemen in de foto. Daardoor krijgt de foto meer diepte. Bovendien is het interessant om juist niet alles scherp in de foto te zetten om te voorkomen dat de kijker overladen wordt met elementen uit de foto die om aandacht schreeuwen. Dit is het effect van voorgrond en scherptediepte.
Wist je dat ik een boek over compositie in landschapsfotografie aan het schrijven ben?
Dit artikel geeft een idee van wat er zoal in het boek aan bod zal komen.
Hou mijn website in het oog voor meer informatie over de voortgang van dit nieuwe boek.
Lees er meer over in mijn blogbericht Compositietechnieken voor landschapsfotografie
Het landschap heeft in de bovenstaande foto een hele verandering ondergaan. Alle elementen van de voorafgaande foto zijn aanwezig, hoewel de reflectie van de lucht in het water minder aanwezig is. Door voorgrond in de foto mee te nemen krijgt de foto diepte. Omdat ik mijn scherpstelpunt ergens op de horizon heb staan (zeg, ongeveer 100 meter afstand) vallen de bloemetjes van de dopheide buiten het scherpte gebied, dat bij de instellingen van 1,19 meter tot oneindig loopt.
Onscherpte gebruiken
Alle aandacht in de foto waarin alles scherp is blijft echter op de horizon. De planten op de voorgrond fungeren als ‘doorkijkje’, als opvulling van de lege voorgrond die we in de eerste foto gezien hebben. Stel dat ik de dopheide in de voorgrond scherp wil hebben. Wat is dan het effect van de voorgrond en scherptediepte?
De afstand van de bloem is ongeveer een halve meter. Wanneer ik daar op scherp stel heb ik een scherptediepte die van 0,36 meter tot 0,83 meter loopt. Plotseling heeft de foto een heel andere uitstraling. Alle aandacht ligt nu op de bloem van de dopheide. De achtergrond, het landschap, is nog steeds aanwezig en herkenbaar, maar trekt minder aandacht. Hierdoor krijgt de foto een persoonlijker karakter omdat we het nu helemaal niet meer van een afstand bekijken.
Wat is in de bovenstaande foto’s dan fout of goed? Helemaal niets (nou ja, niets? Een van de foto’s staat scheef). Aan alle drie de foto’s is niets op aan te merken. Ze hebben alle drie wel een eigen karakter, een eigen uitstraling, ondanks dat het landschap precies hetzelfde is. En dat alles door te spelen met voorgrond en scherptediepte.