We kennen ze allemaal; de foto’s met de scherptediepte die van enkele centimeters tot aan de horizon loopt. Deze foto’s zijn gemaakt met het objectief ingesteld op de hyperfocale afstand (hyperfocal distance). Dit is simpel gezegd het objectief op een afstand scherpgesteld zodat het scherptediepte gebied van dichtbij tot (nagenoeg) oneindig loopt. Moet je in landschappen gebruik maken van de hyperfocale afstand… of toch maar niet?
Voor de hyperfocale afstand wordt meestal een zo klein mogelijke lensopening gekozen, ergens tussen de f/11 en f/22, om zo de scherptediepte ook zo groot mogelijk te hebben.
Vroeger was dit eenvoudig handmatig in te stellen omdat de scherptediepteschaal op het objectief vermeld stond, maar tegenwoordig is dat alleen nog bij een select aantal objectieven. We moeten daarom vaak afgaan op DOF calculators, natte vingerwerk en de afstandsschalen op objectieven die vaak onnauwkeurig zijn.
De hyperfocale afstand is dus erg handig. Je stelt het groothoek of ultra groothoek objectief op de hyperfocale afstand in, en je hoeft je helemaal niet meer druk te maken of het juiste deel van de foto wel scherp is. Alles is scherp, van voor tot achter. Simpel.
Misschien toch niet alles scherp in beeld
Maar wacht; is dat wel wat we altijd willen bereiken? Mijn antwoord daarop is een heel duidelijk: NEE.
Landschapsfoto’s kunnen natuurlijk heel mooi zijn met een maximale scherptediepte als er gebruik gemaakt wordt van groothoek of ultragroothoek. Er schuilt echter een groot risico in het blindelings gebruiken van deze methode. Als er niet goed nagedacht wordt over onderwerp en compositie bestaat er een grote kans dat de kijker verdwaalt in de foto omdat het niet langer duidelijk is wat het onderwerp is. En dat is zonde.
Het voordeel van een kleine scherptediepte
In met name portretfotografie wordt er vaak gefotografeerd met een kleine tot heel kleine scherptediepte. Hierdoor zal maar een klein stukje in de foto scherp zijn en ontstaat er een verloop naar een compleet onscherpe achtergrond. Alle aandacht wordt op die manier naar dat kleine punt van scherpte geleid.
Natuurlijk kun je deze techniek ook heel goed gebruiken bij landschapsfotografie. Hoewel bij portretten vaak gebruik gemaakt wordt van (korte) tele objectieven, kan dit effect bij landschappen ook heel goed met groothoek of zelfs ultra-groothoek bereikt worden, mits je onderwerp maar dicht genoeg bij je objectief is.
Voorbeeld 1: een grote scherptediepte
Het volgende voorbeeld laat een foto zien die een (bijna) maximale scherptediepte heeft om zowel voor- als achtergrond scherp te krijgen. Er is gebruik gemaakt van 31mm brandpunt op een full frame camera (EOS 5D mark III + EF24-70mm) en f/11.
Het onderwerp in deze foto is heel duidelijk: de pol gras in de voorgrond. De achtergrond, de bosschage op de horizon en de wolken, is een aangename toevoeging aan de foto waardoor de pol gras op het stuifzand een plek in het landschap heeft gekregen.
Voorbeeld 2: een kleine scherptediepte
Maar wat gebeurt er als er gekozen wordt voor juist een hele kleine scherptediepte? In dat geval zal de pol gras natuurlijk scherp zijn, want dat is het onderwerp waar ik de AF op scherp laat stellen. De achtergrond zal echter buiten dat scherptegebied vallen. Er is nu gekozen voor f/2,8 en wederom 31mm brandpuntafstand. Laten we eens kijken hoe dit eruit ziet (klik op de foto voor een groter beeld)
Het valt direct op dat de foto een soort van 3D effect krijgt. De pol gras komt helemaal los van de achtergrond, die weliswaar aanwezig en herkenbaar is, maar niet langer dominant. Alle aandacht valt op het onderwerp zonder dat er teveel afleiding is ontstaan.
Hoewel het natuurlijk een kwestie van smaak is, en er feitelijk geen fout of goed is, vind ik zelf de foto met een geringere scherptediepte een mooier eindresultaat dan die met de hyperfocale afstand.
Hoeveel onscherpte moet je hebben?
De mate van onscherpte in de achtergrond is afhankelijk van veel factoren. Natuurlijk speelt het diafragma een grote rol, maar ook de afstand tot je onderwerp en de brandpuntsafstand bepalen hoeveel onscherpte er is en hoe die in de foto tot uiting komt (zie mijn artikel over scherptediepte).
Experimenteren en ter plekke uitproberen leert al snel wat mogelijk is en of het resultaat naar wens is. Wees ook niet bang om een langer brandpunt te kiezen om die onscherpte te benadrukken, of om selectief te zijn in wat je in de achtergrond wilt laten zien. Het resultaat kan verrassend zijn.
Maak je onderwerp los van de achtergrond
Een minimale scherptediepte is een mooie manier om een onderwerp uit het landschap te lichten zonder dat het landschap helemaal uit de foto verdwijnt of onherkenbaar wordt. Het betekent wel dat je dicht bij je onderwerp moet gaan. Pas echter altijd op dat er geen ongewenste onderwerpen in je achtergrond te zien zijn, wat bij groothoek en ultragroothoek erg snel kan gebeuren.
Door een iets langer brandpunt te kiezen wordt het mogelijk om alleen dat specifieke deel van de achtergrond in beeld te krijgen wat je voor ogen hebt. Bovendien kun je met langere brandpunten het verschil tussen scherp en onscherp groter maken.
Betekent dit nu hyperfocale afstand en daarmee alles scherp in de foto hebben niet gebruikt moet worden, of zo min mogelijk? Nee, natuurlijk niet. Er is niets mis mee om alles scherp in beeld te krijgen, mits het landschap daarom vraagt. Het enige wat ik wil adviseren is niet alleen maar gebruik maken van zoveel mogelijk scherptediepte in de foto. Laat je foto een verhaal vertellen en kies de manier die daar het beste bij past.
Wat vind jij van het gebruik van hyperfocale afstand? Geef je reactie hier onder bij het bericht.
Goede eye opener dat niet altijd alles scherp moet zijn van voor tot achter. Vooral met de toevoeging van de foto’s wordt gelijk duidelijk dat je DOF keuze afhankelijk is van wat je wilt vertellen met de foto. Duidelijk verhaal. Hier heb ik wat aan. Dankjewel voor deze verhelderende uitleg.
Dank je voor je reactie.
Ik had waarschijnlijk uw verhaal eerder moeten lezen, waar ik in alle andere vormen van fotografie die niet landschap zijn veel gebruik maak van selectieve scherpte zit er in mijn hoofd al jaren een switch vastgeroest die er voor zorgt dat ik bij open landschap stelselmatig streef naar die scherpte van voor tot achter. Heb ik dan een onderwerp dat ik wil benadrukken dan streef ik er naar dat op een sterk punt of een sterke lijn te krijgen maar vooral je graspol heeft mij duidelijk gemaakt dat ik in dergelijke gevallen ook in landschap met minder DoF beter de… Lees verder »
Dank je wel, Frans, voor je bericht. Inderdaad, wanneer je alles van voor tot achteren scherp hebt zijn lijnen in je landschap erg belangrijk om rust te vinden in je compositie. Leuk dat ik je heb kunnen wijzen op andere mogelijkheden. Dit wil echter niet zeggen dat je volledige, maximale scherptediepte helemaal moet laten schieten. Want soms is het een gewenst, soms het andere. In mijn nieuwe blog breng ik maximale scherptediepte onder de aandacht.
Hoi Nando, wat vind ik er van. Tijdens het urban exploren is een groothoek een must. Ik gebruik daarvoor een 14mm Samyang en een 16-35mm zoom. De Samyang heeft een afstandsschaal maar die is bedroevend. De 16-35 heeft dit niet maar de manual focus override die de A7R mij biedt geeft een afstandschaal in de evf. Tevens is focuspeaking een leuke hulp maar zeker in het pikkedonker niet waardevol meer. Ik maak gebruik van zoveel mogelijk scherp van voor naar achter als ik grote ruimtes als hallen, trappenhuizen etc wil fotograferen. Tevens ben ik ook fan van hele kleine scherptediepte,… Lees verder »
Niet echt kort , sorry 😉
Fijn, zo’n uitgebreide reactie. Dank je wel.
Goede bijdrage voor mijn gedachtengang. Wat maakt jouw foto interessant om naar te kijken. Scherp waar het moet maar vooral waar het bijdraagt aan een betere weergave van wat je wilt laten zien txs
Je boodschap is helemaal duidelijk, maar hoe zit het met verwachtingen? De eerste heidefoto is niet alleen ongelooflijk mooi, maar voldoet ook aan wat ik wil zien en hoe ik de heide wil ervaren. Bij de foto’s van de graspol met wazige achtergrond en de bloemetjes met de grote poort erachter, probeer je me naar het minst interessante deel van het plaatje te forceren: bij de eerste vind ik wolkenlucht veel interessanter dan de graspol. Bij de poort ‘irriteert’ het me dat ik niet goed kan zien wat het is! Die bloemetjes geloof ik wel (die heb ik al zoveel… Lees verder »
Dank je voor je terechte opmerking. Er zijn altijd verwachtingen die geschapen zijn door jezelf of door anderen. Wat anderen willen zien levert vaak hetzelfde beeld op als wat er al veel te vinden is. Die verwachting wordt getriggerd door wat al eens gezien is of wat bekend is. Wat je zelf aan verwachting hebt hangt helemaal van jezelf af. Ik denk persoonlijk dat je een verhaal moet vertellen met je foto, ongeacht wat anderen ervan verwachten. Het is jouw verhaal. De poort is voor mij interessant, maar ik wil het verhaal vertellen van de bloemetjes die daar bij de… Lees verder »
Super toelichting. Dank je.
Bedankt voor de duidelijke uitleg!
groet Gonda
Graag gedaan, Gonda