Er is nooit een verplichting om in raw te fotograferen. Ook als de camera ingesteld staat op jpeg kun je uitstekende en hoog kwalitatieve foto’s maken. In raw heb je wel meer mogelijkheden om de foto later enigszins aan te passen en te optimaliseren. Wil je starten met fotograferen in raw maar weet je niet goed hoe, dan is dit artikel perfect voor je.
Geschatte leestijd: 13 minuten
Ik hou niet van verplichtingen in fotografie. Dat betekent dat je mij nooit hoort zeggen dat je verplicht in de manual stand moet fotograferen, of dat je de regel van derden moet volgen voor je compositie. Er is ook geen verplichting om in raw bestandsformaat te fotograferen. Al die dingen zullen nooit voor betere foto’s zorgen, maar het verplicht voelen om dit te doen kan wel belemmeringen opwerpen voor prettige fotografie.
Het is een keuze om in manual te fotograferen, net zoals het een keuze is om dat niet te doen. Je kiest ervoor om een regel van derden te volgen, of juist niet. Zo is het ook een keuze om gewoon in jpeg te fotograferen, en niet in raw. Toch adviseer ik vaak wel om voor raw te kiezen.
Bang om te starten met fotograferen in raw?
Het klinkt wat overdreven om de woorden bang voor raw te gebruiken. Toch merk ik dat sommigen er huiverig voor zijn. Als je merkt dat je dit ervaart, dan ben je niet de enige. Want hoe moet je starten met fotograferen in raw? Waar moet je op letten? Kunnen de foto’s nog wel goed bekeken worden?
Hoewel begrijpelijk, is die angst niet nodig. Fotograferen in raw is immers niets meer dan een instelling op de camera. Maar het betekent wel dat je thuis nog wat extra handelingen moet doen voor je de foto’s kunt bekijken, delen of naar vrienden kunt sturen. Daar staat tegenover dat je meer mogelijkheden hebt om je foto helemaal naar wens te maken.
Je maakt altijd raw foto’s
Wist je dat een camera altijd raw beelden maakt? Raw-beelden betekent niets meer dan de onbewerkte informatie die de sensor registreert. Heb je de camera op jpeg ingesteld, dan zal de camera van die raw-informatie een jpeg maken. De bewerking wordt dus gedaan door de software in de camera. Dat gebeurt aan de hand van een nabewerking die de fabrikant voor jou heeft uitgekozen en ingesteld.
Ben jij aan het fotograferen in jpeg in plaats van raw, en bewerk je die jpeg-foto’s? Dan ben je een bewerkte foto nog een keer aan het bewerken.
Start dan direct met fotograferen in raw. Daarmee kun je veel beter je foto’s bewerken en is er veel minder risico op kwaliteitsverlies.
De voordelen van fotograferen in raw
Je kunt als fotograaf instellingen op de camera wijzigen. Je kunt de kleuren wijzigen, het contrast, scherpte, en nog veel meer. Dat kan via het kiezen van een beeldstijl (Canon), film simulatie instelling (Fujifilm), of picture control (Nikon). Je kunt al deze instellingen desgewenst ook nog verder wijzigen als je dat wilt.
Op deze manier is het mogelijk om in de camera het uiterlijk van je foto aan te passen. Maar dit heeft beperkingen, en grenzen. Je moet dit bovendien doen voordat je een foto maakt, en niet daarna. De instellingen die je kunt doen zijn ook vaak grof en moeilijk controleerbaar.
Achteraf aanpassingen maken
Door te kiezen voor raw is het mogelijk om aanpassingen te maken nadat de foto is gemaakt. Kleur, contrast, en scherpte zijn eenvoudig te wijzigen. Je kunt donkere delen wat lichter maken, of zelfs de belichting binnen grenzen corrigeren. Lokale bewerkingen zijn mogelijk, dus op een klein deel van de foto in plaats van over de hele foto heen. En het beste van alles is, dit kan vaak zonder veel kwaliteitsverlies.
Hou er rekening mee dat een raw bestand groter is dan een jpeg bestand. Dat betekent dat er minder foto’s op een geheugenkaartje zullen passen. Fotografeer je zowel raw als jpeg? Dan is dit nog minder, want dan wordt elke foto in twee bestandsformaten opgeslagen.
Ga je starten met fotograferen in raw, dan kan het zijn dat je een groter geheugenkaartje nodig hebt.
Meestal is 32GB of 64GB meer dan voldoende.
Hoe start je met fotograferen in raw?
Het is niet moeilijk om een start te maken met fotograferen in raw. Je hoeft ook niet bang te zijn dat je ingewikkelde dingen moet doen om bruikbare foto’s te krijgen. Volg eenvoudig de stappen die ik in dit artikel heb opgeschreven.
Maar allereerst, zorg wel voor software die de raw beelden kan lezen. Dit kan de software zijn die je bij de camera hebt gekregen, of programma’s zoals Lightroom, Lightroom Classic, Capture One, Affinity Photo, Luminar, of een van de vele anderen. Sommige heb je voor een eenmalige aanschaf, anderen zijn via een abonnement. Maar je kunt ze altijd gratis uitproberen tijdens een beperkte periode.
Stap 1 – Zet je camera op raw
De eerste stap is het in instellen van het beeldformaat. Zet je camera op raw. Dit is bij Nikon een NEF-bestand en bij Sony een ARW-bestand. Bij Canon is het een CR2 of CR3-bestand, bij Olympus een ORF-bestand en bij Fujifilm een RAF-bestand. Heb je een Panasonic, dan heb je een RW2 bestand. Het kan soms ook een DNG-bestand zijn.
Wil je een vangnet? Zet dan je camera op raw + jpeg, zodat er zowel een raw bestand als een jpeg opgeslagen wordt. Dan heb je in ieder geval altijd nog de jpeg ter beschikking, mocht het raw-bestand toch niet iets zijn wat je prettig vindt.
Fabrikanten geven je soms de mogelijkheid om gewoon een raw bestand te op te slaan, of een gecomprimeerd raw bestand. Deze laatste hebben een kleinere bestandsgrootte zodat je meer foto’s op je geheugenkaart kan opslaan. Je hebt daarbij een lossy compressie, of een lossless compressie. De eerste is met wat kwaliteitsverlies, de tweede zonder kwaliteitsverlies.
Welke je kiest is vaak niet zo heel belangrijk, zeker niet als je gaat starten met fotograferen in raw.
Stap 2 – Fotografeer zoals je altijd doet
Nu ga je fotograferen zoals je altijd doet. Je hoeft niets anders te doen, geen andere methode te gebruiken of andere instellingen te hebben. Maar hou er wel rekening mee, dat sommige instellingen op je camera misschien niet langer bruikbaar zijn.
Een goed voorbeeld is de HDR-foto. Er is een kans dat dit niet langer mogelijk is als de camera op raw-bestandsformaat ingesteld staat. Het kan ook zo zijn dat HDR wel mogelijk is, maar het resultaat zal toch als jpeg opgeslagen worden. Wat kan en wat niet kan hangt af van je camera.
Wil je maximaal gebruik gaan maken van het dynamisch bereik van je camera, dan kan dat met fotograferen in raw door gebruik te maken van de techniek Exposure to the Right (EttR). Dit is een techniek die niet aan te raden is voor de jpeg fotograaf omdat EttR nabewerking nodig heeft.
Stap 3 – Open je foto in je fotobewerkingsprogramma
Thuis moet je de foto’s openen in je (favoriete) fotobewerkingsprogramma. Of in het programma dat je gaat uitproberen. Soms kun je alle foto’s importeren in een database, zoals bij Lightroom, Capture One of Luminar. Soms moet je de foto’s één voor een openen zoals in Photoshop of Affinity Photo nadat je ze van de geheugenkaart op de computer hebt overgezet.
Het is vaak mogelijk om de foto’s op je harde schijf in Windows Verkenner of Apple Finder te zien, en misschien zelfs te openen met de ingebouwde fotoviewer. Maar hou er rekening mee dat de foto’s wel omgezet moeten worden naar een jpeg wanneer je er iets mee wilt doen. Hiervoor zijn de volgende stappen nodig.
Stap 4 – Eenvoudige bewerking indien nodig
Het mooie van alle software is, dat de instellingen van de camera gelezen worden en toegepast op de raw-foto. De foto zal er dus ook gewoon zo uitzien als op het scherm van de camera. Wil je dus niets bewerken, dan kan je direct naar stap 5 gaan, en van je raw-beeld een jpeg maken.
Eenvoudige aanpassingen
Maar, nu komt het interessante stuk. Is je foto niet helemaal naar wens? Dan kun je dit nu gaan aanpassen. Is de foto te donker? Maak het iets lichter. Is de foto te licht, maak het iets donkerder. Zijn er teveel donkere delen, maak de schaduwen wat lichter. Zijn er teveel lichte delen, maak de hooglichten wat donkerder. Je maakt dan maximiaal gebruik van het dynamisch bereik van je camerasensor.
Je kunt de kleuren wat intenser maken, of juist minder intens. De witbalans is zonder problemen te wijzigen. Het contrast kan versterkt worden, of juist niet. Met andere woorden, alles kan aangepast worden. Maar onthoudt altijd dat het niet hoeft als je niet wilt. Pas alleen dat aan wat je nodig vindt.
Een bewerking op een raw-bestand zal het bestand niet veranderen. Dit heet non-destructive bewerken. De aanpassingen wordt als losse informatie opgeslagen in een database of een los bestandje. Je kunt een bewerking dus opslaan en er later verder mee gaan, zonder dat het raw-bestand zelf verandert.
Gevorderde aanpassingen
Je hoeft je niet te beperken tot de basis aanpassingen. Het kan veel uitgebreider. Maar dat is iets waar je in eerste instantie nog niet aan moet beginnen. Dat komt later wel wanneer je vertrouwd bent met het werken met raw beelden. Wees echter niet bang om dingen uit te proberen want je kunt alle bewerkingen op een foto weer resetten naar het origineel. Het raw-bestand zal namelijk nooit gewijzigd worden. Dat blijft origineel, ongeacht welke aanpassingen je maakt.
Stap 5 – Exporteer naar een jpeg
Wanneer de foto naar wens is, kun je deze gaan exporteren naar een jpeg foto. Dit is nodig om de foto op social media te gebruiken, naar vrienden of familie te sturen, of naar een fotocentrale te sturen om af te laten drukken. Een jpeg is nog altijd het beste formaat voor algemeen gebruik, en je kunt deze naast je raw bestand bewaren.
Het exporteren is meestal heel eenvoudig. Kies voor jpeg-bestandsformaat, en sRGB kleurruimte. Meestal staat dit laatste standaard ingesteld, maar controleer dat wel even. Kies de afmeting in pixels die je nodig hebt, en je kunt de jpeg laten maken door de software.
Bewaar het raw bestand
Het is verstandig om het raw-bestand te bewaren. Veel software maakt gebruik van een database, een catalogus waarin je deze raw-bestanden makkelijk kunt beheren. Andere software doet dit niet. Maak in ieder geval altijd een goede indeling op je harde schijf zodat je de raw-beelden altijd eenvoudig terug kunt vinden. Maar ja, dat moest je ook met de jpeg foto’s doen.
De raw-bestanden zijn je originelen, de jpeg-bestanden die je gemaakt hebt zijn de bestanden die je voor gebruik hebt. Wil je toch nog wat aanpassingen maken, doe dit dan niet op je jpeg-bestand, maar op het originele raw-bestand. Zo ben je verzekerd van de beste kwaliteit foto.
Ben je na verloop van tijd heel bedreven in fotobewerking geworden, dan kun je bovendien nog eens terugkijken in je archief met raw bestanden en je foto opnieuw bewerken.
Wist je dat je ook het bestandformaat HEIF hebt? Wil je daar meer over weten?
Lees dan mijn bericht HEIF op de Canon EOS R5
In raw fotograferen is een keuze
Heb je nog nooit in raw gefotografeerd, probeer het eens uit. Doe dit een tijd lang en beperk het niet één enkele keer. Geef het een kans. Gebruik raw + jpeg als je nog niet zeker bent, maar laat de jpeg in de camera achterwege als je definitief start met fotograferen in raw.
Merk je uiteindelijk dat raw toch niet je ding is, wees dan niet bang om toch weer in jpeg te gaan fotograferen. Het geeft je in zekere zin beperkingen, want je moet ter plekke zorgen voor het beste resultaat. Maar je kunt met jpeg ook perfecte resultaten behalen. In raw fotograferen is en blijft een keuze, geen verplichting.