Het fotograferen van de sterren is een leuke bezigheid waar steeds meer fotografen plezier in krijgen. In Nederland is de sterrenhemel misschien niet zo indrukwekkend als op echte donkere plekken, maar het maken van een foto met sterrensporen is vrijwel overal mogelijk. Zelfs in een stad. Maar hoe krijg je sterren en geen sterrensporen? Daar is de regel van 600 voor.
Mijn uitgebreide tutorial over sterrensporen vertelt in detail over het fotograferen van sterrensporen. Maar het is natuurlijk ook mogelijk om een sterrenhemel te fotograferen zoals die is: met sterren in plaats van strepen, en het liefst ook nog met een interessante voorgrond.
Lang belichten, waar we normaal in een donkere omgeving de voorkeur zouden geven is dan niet zomaar mogelijk. In de onderstaande foto is dat duidelijk te zien. Er is een belichtingstijd van 2 minuten gekozen bij ISO400. En wat blijkt? We hebben toch sterrensporen. Heel klein, maar onmiskenbaar.
Het gebruik van lange sluitertijden
Normaal gesproken betekent een langere sluitertijd meer licht. De pixels van je sensor krijgen namelijk de kans om meer licht op te vangen. Zo is het mogelijk om met lage ISO waarden en langere sluitertijden op donkere plekken te fotograferen; je zorgt ermee dat de sensor van de camera lang genoeg licht ontvangt tot de belichting naar wens is.
Fotografeer je bewegende objecten met een lange sluitertijd, dan zullen die objecten met bewegingsonscherpte op de foto komen. We kennen allemaal de foto’s van de autosporen waarbij de koplampen en rode achterverlichting strepen op de foto veroorzaken. Dit alles komt door een combinatie van lang belichten en bewegende lichten.
De rotatie van de Aarde en bewegende sterren
Zoals in de bovenstaande foto’s te zien is bewegen de sterren ook bij langere belichtingstijden. Dit komt natuurlijk door de rotatie van de Aarde. Die draait één heel rondje in 24 uur, iets wat wij een dag noemen. Wij zelf merken die rotatie niet omdat we op die draaiende Aarde staan en dus meedraaien. Vanuit ons gezichtspunt lijkt de wereld om ons heen stil te staan. In plaats daarvan zullen de sterren, die aan een vast punt aan de hemel staan, draaien.
Wij als fotograaf maken daar dankbaar gebruik van want dit kan hele mooie en kunstzinnige beelden opleveren; de zogenaamde sterrensporen. In mijn tutorial over dit soort foto’s staat dit tot in de puntjes uitgelegd.
Volg mijn tutorial voor sterrensporen fotograferen
en maak zelf prachtige startrails
Sterrensporen fotograferen – deel 1
Toch sterren en geen sterrensporen: de regel van 600
Maar soms willen we helemaal geen sterrensporen. Dan willen we de sterren als sterren zien, bijvoorbeeld om sterrenbeelden in beeld te brengen of de Melkweg (hoewel dat in Nederland vaak tegenvalt door de lichtvervuiling). In dat geval willen we ook zo veel mogelijk sterren op de foto, ook de lichtzwakke.
Alleen lukt dat niet door langer te belichten, zoals we dat van een nachtelijke stad zouden doen. Want door de beweging van de sterren zal bij een te lange sluitertijd de ster in het beeld continu een beetje opschuiven. Dit betekent kortere sluitertijden dan wat we eigenlijk zouden willen. Dus als de sluitertijd niet langer kan, dan moeten we zorgen dat de ISO hoog staat. Zo hoog als redelijkerwijs mogelijk is. En natuurlijk met een zo groot mogelijke lensopening.
Maar hoe weten we nu welke sluitertijd we maximaal kunnen gebruiken zonder dat die sterren streepjes worden? Want, eerlijk is eerlijk, we willen natuurlijk wel zo lang mogelijk belichten. Hiervoor is er de ‘regel van 600’.
Rekenen met de regel van 600
Hoeveel een ster aan de hemel zich verplaatst kan heel eenvoudig uitgerekend worden. Immers, elke dag van 24 uur draaien de sterren een heel cirkeltje rond. Iemand die heel slim is heeft dat vertaald naar een formule waarmee uitgerekend wordt hoeveel seconden er maximaal belicht kan worden zonder dat die beweging zichtbaar wordt. De formule is als volgt:
600 / (brandpuntafstand x cropfactor)
=
maximale belichtingstijd in seconden
Alles hangt dus af van het brandpunt dat je gebruikt. Hoe langer het brandpunt is, hoe korter je belichtingstijd mag zijn. Dit is logisch, aangezien een langer brandpunt de verplaatsing van een ster ook uitvergroot. Natuurlijk moet je de cropfactor van je camera meerekenen.
Enkele voorbeelden
- 16mm brandpunt op 1,5 crop: 600 / (16 x 1,5) = max 25 sec
- 24mm brandpunt op 1,6 crop: 600 / (24 x 1,6) = max 15,6 sec
- 35mm brandpunt op fullframe: 600 / (35 x 1) = max 17,1 sec
- 16mm brandpunt op full frame: 600 / (16 x 1) = max 37,5 sec
- 50mm brandpunt op 1,5 crop: 600 / (50 x 1,5) = max 8 sec
Niet alle sterren beweging even snel
Kijk eens naar de sterrensporen in de foto van het kasteel. Zoals bekend draaien alle sterren rond de Poolster (op het Noorderlijk halfrond). De sterren die dichtbij de Poolster staan hoeven in 24 uur maar een kleine afstand af te leggen om een cirkel te voltooien.
Hoe verder de ster van de Poolster af staat, hoe groter de afstand zal worden. Daarom worden de strepen bij sterrensporen langer naarmate de sterren verder van de Poolster staan. In de foto van het kasteel is de totale belichtingstijd iets meer dan 40 minuten. Het verschil tussen de lengte van de sterrenstrepen vlak bij de Poolster en vlak bij de horizon is enorm. Dit heeft natuurlijk consequenties voor de regel van 600.
De regel van 600 is namelijk een richtlijn die gemaakt is om in elke richting van de hemel bewegingsloze sterren in de foto te krijgen. Toch is het zo dat de sterren die de grootste afstand moeten afleggen toch als streepjes in de foto kunnen komen als je de maximum sluitertijd kiest. Het is daarom verstandig om (ruim) onder die maximale hoeveelheid seconden te blijven.
Hoe zit het met hoge resolutie sensoren
Vergeet bovendien niet dat de moderne camera’s met enorme resoluties, die tussen de 18 en 50 megapixels zitten, veel kleinere bewegingen kunnen registreren. Wat in een foto met een 10 megapixel camera nog een puntje was, kan in een 25 megapixel camera al als een streepje zichtbaar worden, zeker als het sterren betreft die heel ver van de Poolster af staan.
Kijk maar eens naar het voorbeeld dat ik hieronder laat zien. De sluitertijd met de regel van 600 mag 35,3 seconden (600 / (17 x 1) ) zijn. Toch zijn met 30 seconden belichten de sterren streepjes geworden.
De reden ligt niet alleen in de locatie van deze sterrenhemel (boven de horizon in het Zuiden, op maximale afstand van de Poolster), maar ook vanwege de hoge resolutie van 22 megapixels. In een kleine foto is het nauwelijks te zien, maar een uitvergroting laat duidelijk de streepjes zien.
De regel van 500 of zelfs 400
Vanwege de hoge resolutie camera’s is het daarom beter om niet meer van een regel van 600 te spreken, maar van 500 of zelfs 400. Dan weet je zeker dat je de sterren als echte sterren in beeld hebt en dat ze bij inzoomen niet kleine streepjes zijn geworden.
Gelukkig kan de kortere maximale belichtingstijd die hierdoor ontstaat vaak goed gecompenseerd worden door goede ISO prestaties van de moderne camera’s: je zet die gewoon een stop hoger. Of je kiest voor volgapparatuur zodat je camera de sterren volgt. Alleen zal dan de voorgrond, het landschap, bewegen.
Mooie uitleg! ik heb alleen nog een vraag over mijn censor grote van een mide formaat camera. hoe pas ik de rekensom dan toe ? 1,7 x full frame.
Hallo Jan,
Dat werkt op dezelfde manier. Je moet de cropfactor in de formule gebruiken. Voor een middenformaatcamera is dat 0,8x of 0,7x (afhankelijk van je model camera).
Als mijn camera geen goede live view heeft (zie ‘s nachts echt niets op het schermpje – Nikon D5300), doe ik dan iets verkeerd of ondersteunt mijn camera die functie niet? Indien dat laatste, is er een andere bruikbare tip om ‘s nachts scherp te stellen zonder dat ik een nieuw fototoestel moet aanschaffen?
Of je liveview kunt gebruiken hangt inderdaad af van de kwaliteit van je liveview. In mijn workshops heb ik gezien dat veel Nikons daarin helaas niet heel goed presteren. Je kunt eerst kijken of je de belichtingssimulatie van je liveview aan hebt staan. Mocht die uit staan, dan kun je die aanzetten en het nog eens proberen. Je kunt ook een zaklamp gebruiken, door die op een aantal meter voor je camera te leggen zodat je naar je toe schijnt. Misschien dat de liveview dan wel bruikbaar is om scherp te stellen. Zorg er dan wel voor dat je voldoende… Lees verder »
hoe kan ik het beste scherp stellen op de sterren in het donker?
Hallo Rey,
Handmatig scherpstellen is de beste manier, en indien mogelijk met je liveview op een lichtpuntje. Dat kan een ster zijn, een lantaarn ergens op de horizon, of iets vergelijkbaars. Met liveview kun je het beeld vergroten, zodat het scherptellen zo nauwkeurig mogelijk kan.
[…] de sterrenhemel niet stil staat heb ik een sluitertijd gebruikt van 15 seconden om die beweging ‘te bevriezen,’ hoewel ik vanwege de resolutie van de camera beter een iets kortere sluitertijd had kunnen […]
[…] Lees meer over de regel van 600 in mijn blogartikel:Sterren en geen sterrensporen: de regel van 600 […]
[…] Lees meer over de regel van 600 in mijn blog artikel:Sterren en geen sterrensporen: de regel van 600 […]
Leuk. Kleine kanttekening: het brandpunt van een lens wordt niet langer bij gebruik van een kleinere sensor. En alleen het fysieke brandpunt van de lens bepaalt de lengte van het sterstreepje; onafhankelijk van de grootte van de sensor. Wil je de plaatjes echter afbeelden op dezelfde grootte, dan dien je – bij eenzelfde lengte van het sterstreepje – de kleinere sensor korter te belichten en wel te delen door de cropfactor. Dat komt rekenkundig op hetzelfde neer, maar is zuiverder geredeneerd.
Het klopt wat je zegt, Arie. Maar vanuit praktisch oogpunt, en voor de eenvoud kun je het beste gewoon uitgaan van een langer brandpunt.
Helaas is er nog een andere variabele die een rol is gaan spelen; resolutie. Hoe meer pixels je sensor telt, hoe eerder je sterren streepjes worden.
Je zou je formule kunnen uitbreiden met twee zaken. 1) ipv regel 600 te vervangen door misschien 500 of 400, gewoon een correctiefactor toevoegen als breuk van aantal megapics tov standaardresolutie (bv 12). 2) ook de variabele streepjeslengte kan gecorrigeerd worden via aantal graden afwijking (max 180) tov poolster (0°)
Dank je voor je reactie Jaak.
Er is inderdaad een mogelijkheid om dit aan te passen aan de hand van de resolutie. Ik heb die formule wel eens gezien… en kwam tot de conclusie dat dit niet echt gebruiksvriendelijk was. Daarom doe ik het aanpassen vanuit ervaring. Een regel van 400 in de richting van West en Oost, en 300 in de richting Zuid. Zoiets.
Je kunt altijd inzoomen op een test foto om te zien of je streepjes hebt. Dan kun je altijd nog aanpassen
Handige formule! Ga ik vanavond eens mee experimenteren. Eén (min of meer off-topic) opmerking. Het komt niet door de beweging van de sterren, maar door de draaiing van de aarde 😉
Je hebt natuurlijk helemaal gelijk; de sterren staan stil en wij draaien. Maar vanuit ons perspectief lijkt het natuurlijk alsof de sterren draaien. Noem het maar relativiteit 😀
[…] Sluitertijd tussen de 10 seconden en 30 seconden (let op de regel van 600) […]